logo NCGeo

Jaarverslag 2004 Taakgroep Ruimtelijke Basisgegevens 2010

Eind 2003 heeft de NCG de Taakgroep Ruimtelijke Basisgegevens 2010 ingesteld om advies uit te brengen over de gewenste ontwikkelingen op dit gebied. Aanleiding hiervoor is de snelle en veelzijdige ontwikkeling van de geo-informatievoorziening:

  • Het oude concept van papieren kaartbladen ontwikkelde zich eerst tot digitale kaarten en vandaar naar naadloze en niet-schaalgebonden datasets.
  • Gerectificeerde hogeresolutiebeelden en beelden geprojecteerd op hoogtemodellen van het terrein nemen steeds meer de rol van de traditionele kaarten over.
  • De ruimtelijke dimensie van bestanden evolueert gaandeweg van 2D via 2,5D naar 3D.
  • Naast statische representaties worden ook dynamische representaties ontwikkeld, zodat tijdsafhankelijke aspecten van ruimtelijke gegevens ook verwerkt kunnen worden.
  • 3D-virtuele en 'augmented reality' presentaties en animaties worden steeds meer toegepast met behulp van ruimtelijke gegevens.

Op al deze velden begeven we ons duidelijk buiten het traditionele kaartparadigma. Dit heeft consequenties voor het professionele geo-informaticaveld.

Professionele gebruikers zien geo-informatie als een component van hun totale informatiebehoefte. Het gaat hierbij meestal ook om administratieve informatie, beheers- en planningsinformatie. Verder wordt geo-informatie vaak gebruikt als input in ruimtelijke simulaties en analyses. Deze activiteiten stellen eisen aan de ruimtelijke inputgegevens die meestal niet overeenstemmen met gangbare karteringsformaten. Deze professionals zullen dan ook betrokken moeten zijn bij het proces van geo-informatie-productie om te zorgen dat aan hun eisen voldaan wordt.

Dit alles betekent dat professionals met verschillende disciplinaire achtergronden betrokken zullen moeten zijn bij de inwinning en de productie van ruimtelijke gegevens en de daarop gebaseerde ruimtelijke representaties, of dat nu kaarten zijn, DBMSen (Data Base Management System) of virtual reality-animaties. Dus de geo-informatievoorziening kan niet langer plaatsvinden los van het uiteindelijke gebruik. Daarnaast zien we dat het gebruik van de ICT (informatie- en communicatietechnologie) zo fundamenteel is in de geo-informatievoorziening, dat experts op dit terrein een steeds dominantere rol gaan spelen in deze processen. Het gewicht van hun inbreng groeit ten koste van de rol van de traditionele karteerders.
Het gevolg is dat de expertise van de traditionele karteerders steeds meer geassimileerd wordt in andere disciplines. We zien dan ook wereldwijd een krimpende beroepsgroep van traditionele karteerders, maar dat betekent niet dat hun kennis verdwijnt. Het betekent slechts dat dit veld diffuser wordt en dat er niet langer een goed herkenbare beroepsgroep is, die dat veld behartigt.

De hierboven geschetste ontwikkelingen betekenen voor de NCG dat ze zich met de volgende vragen moet gaan bezighouden:

  • Hoe zal, vooral bij professioneel gebruik, de behoefte aan ruimtelijke informatie zich ontwikkelen?
  • Wat zijn de te verwachten ontwikkelingen op het gebied van de gegevensinwinning?
  • Welke ontwikkelingen zijn te verwachten ten aanzien van de ruimtelijke-informatie-extractie uit die nieuwe bronnen?
  • Welke technische ontwikkelingen zijn te voorzien op het gebied van de (visuele) representatie van ruimtelijke gegevens?
  • Hoe kunnen de technologische ontwikkelingen van de ICT beter benut worden voor het toegankelijk maken van deze gegevens?
  • Welke institutionele rollen zijn daarbij te vervullen?

De Taakgroep heeft in meerdere bijeenkomsten aan de hand van door de leden voorbereide notities over deze thema's gediscussieerd. Het rapport van de Taakgroep wordt momenteel samengesteld. Na een korte beschrijving van de huidige stand van zaken wordt in het rapport een beeld geschetst van de gewenste toekomstige voorziening van groot- en midschalige topografische basisgegevens. De ontwikkelingen die nodig zijn om dit te kunnen realiseren worden hieruit afgeleid en leiden tot de onderzoeksvragen die de komende jaren de aandacht van de NCG gaan vragen. Op hoofdlijnen betreft dit de ontsluiting van ongeïnterpreteerde sensordata als onderdeel van de topografische basisgegevens, de automatisering van de informatie-inwinning met nieuwe sensoren, de verdere ontwikkeling van de functionaliteit van geo-DBMSen, de formalisering van de semantiek van geo-informatie, de ontwikkeling van methoden voor integratie van geo-informatiebestanden, de automatisering van generalisatie en de ontwikkeling van flexibele visualisatiemethoden, rekening houdend met variërende werkomgevingen en gebruikerswensen.

Het rapport zal eindigen met een aanbeveling over de verankering van dit onderzoeksveld in de NCG.

Ga naar boven
JSN Boot template designed by JoomlaShine.com